306 g. de wind over
ftalte en bekmet den oievsar en
kraanvogel: eigen aan het land harer
geboorte, ontfing zy alvroeg om hare
uitnemende nuttigheid van deszelfs in
woners een afgodisch eerbewysen
voor heilig verklaard was het eene
doodelyke misdaad de ibis om hals te
brengen, Men vindt hare beeltenis op
byna alle de oude gedenklchriften der
Aegyptenaren afgemaalden zy betee-
kent in de hiëroglyphen genoei faam al
toos Aegypte zelve, in eene medaille
van Keizer adrianus, alwaar Aegypte
fchynt nedergebukt te liggen aan de
voeten des overwinnaarsvindt meiï
de ibis ter zyde geplaatst: op de
gedenkpenningen van quinctus ma-
rius, een' Romeinfchen veldheer, ziet
men haar, nevens een' olifant, als ken
merken zyner zegenpralende wapenen
over Aegypte en Libye (q). Buiten de
ze ongenoemden, behooren nog (on
der het getal der vyanöen van Hangen
en adders) de reigershavikkenoie-
vaars, fprinkhanen, en meer andere
dieren.
Hoewel de venynigheid in fommi-
ge
(q) buffon Hijloire naturelle des oifcaux; Tom.
VIII. gag. 9.