3h g. de wind over hecht de cafcabelo ol rateldie veei overeenkomst heeft met de wollige fchel of den dop van boereboonen op de Heng der plant droog gewor den; en, op dezelfde wyze verdeeld, bevat zy in zich vyf of zes ronde beentjesals erwten die een geluid maken evengelyk aan twee of drie rammelende bellen, wanneer het dier zich beweegtvanwaar het ook den naam ontleent van ratelslang. Dus heeft de natuur die aan de koraalilang eene verfchillendheid van levendige kleuren gefchonken heeft om door een' fchitterenden glans zich te doen bemerkenook aan deze Hang een geluid verleend waardoor men van hare aannadering kan verzekerd worden zonder welk geluid het onmogelyk ware, om haar van de aar de, ol den grond, v/aarop zy kruipen de is te kunnen onderfcheiden. De ze aanmerking van den Heer d'ulloa moge plaats hebben, in betrekking tot Peru en Chili-, doch dewyl men in bra- (11, Surinameen Noordamerika ratel- Hangen van verfchillende kleuren ont moet mag men liever met piso (b) zeg: (b) Piso de Re nat. utri usque Indiae: q<ag, 74.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 362