d e' ov e' r g i f t e n. 31.5 zeggen: buk tam permciofo cohibro be- nigna naturacautionis quafi gratiacre- pitaculum addidisfe videturtit iliius fo- nittt admonitus qmlibei homo non folum fed et qmlecumque pecus vel jumentum tempeflive fibi caveat ab vicino hofle "het Ichyntdat de goedgunftige na- tuur, ais ter behoudenis, den ratel aan die zoo verderfelyke flang heeft toe- gevoegd, om (door deszelfs geluid) mensch en dier in ftaat te hellen, om zich in tyds van zyne naburige vyan- din te wachten": hoewel het echter ook zeker is, datzy, in hare woedende gramfchap en fchroomende vreesvan haren ratel gebruik maken. Het heeft evenwel den Heer vosmaer altyd toe- gefchenendat eerst de vrees, daarna de gramfchap het dier ter rateling aanfpo- reen dat zy hare rateling ook in het werk hellen om in den tyd der paring elkander ter byeenkomst uit te lokken. De verbazende en vlugge werking van het vergift, door den beet der ra- telflang toegebrachtis door meenig- vuldige proefnemingen van de Ko- ninglyke focieteit der wetenfchappen te London naargefpoord: waaruit blykt, dat de kracht van het vergift niet alleen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 363