3 r b g. de wind over hadtoen de Heer vosmaèr dezelve hier te lande kreeg, reeds vyf maan den en drie weken zonder voedfei ge leefd; en, nadien tyd, by hem nog zevenentwintig dagen. Uit welk laatst aangehaald zeggen van dezen Ichran- deren natuuronderzoeker, ook weder om bevestigd word, hoe Hangen en adders ettelyke maanden zonder voedfei in het leven kunnen blyven. Tot eene beruchte foort van aller- vergiftigde Hangenin de Oost- en [pest- indien zich onthoudende, behoort de naja of brilflang. Men noemtze bril- Jlangom dat zy op den rug, een wei nig achter den kopmet eene foort van bril geteekend is: waarvan de teeke- ning echter by fommigen zeer verfchil- lende is en aan het wyfje niet ge vonden word. De ammodytes of zand- adder, die in de zandige woestynen van Libye zich vertoont, is niet min der gevaarlykdie 'er van gebeten worden fterven, doorgaans, zeer fchie- lyk, volgens getuigenis vah aetius. De beet van de baemorrboïseen Aegy ptifche adder, brengt dezelfde uitwer king voort; en fchynt het bloed zoodanig te ontbinden, dat het uit alle de ope- nin:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 366