322 g. de wind over acht voeten voorzienen in grootte en dikte andere fpinnen overtreffende ontleent zyn'naam van Tarantoeene itad, zestig uren van Napels afliggende in Apulïè of de Pouilje een der vrucht- baarfte en heetfte landfchappen van het Koningryk Napels, baglivi (g), dié uitmuntend over de tarantola ge- fchreven heeft, zegt: dat dit dier, in de velden omftreeks Taranto en bah gedurende de brandende hitte der hondsdagen zich onthoudten door zyn' venynigen fteek (in den oogsttyd) tot eene gedurige plaag verftrekt aan de boeren en maaijersdat zy om die reden, ter voorbehoeding, laarzen om de beenen dragen. Men vindtze van onderfcheidene ioort, in meerdere en mindere kracht van venyn verfchil- lendedie van zoo eene fpin gebeten zyn, worden tarantati genoemd. Mee- nigmalen heeft men gelchrevendat haar venynige fteek doodelyk ware, zoo niet een zekere muüktoon den ge betenen tot bezwymens toe aan het dan- fen brachtj en dat de mufik alleen het ware hulpmiddel van herftelling zoude zyn. Men heeft alle moeite aange- wendt, (g) baglivi Opera medicapag. 605. et feqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 370