3^6 G. DE WIND OVER
ciirecken fpreken 'er van op dezelfde
wyze als de Apulï'èrs. Een dezer yfe-
jyke dieren viel eens (vólgens het ver
haal van bell) van de zoldering op zy»
ue handhy fchoof het daarvan af
zonder eenigongemak te bekomen:
men doet daar ook den gebetenen dan-
fen op het geluid van fpeeltuigen't wel
ke de zieke fomtyds uit zichzelven doet,
tot dat hy op den grond nederzygt.
Deze naauwkeurige reiziger fchryft
ook, dat'er in Kafcban vele allerveny-
nigfte fchorpioenen gevonden worden,
van eene zwarte foort en dat hun
Heek binnen weinige dagenja zelfs in
weinige'uren, doodlyk is, indien 'er
niet ras bekwame behoedmiddelen in
het werk worden geheld. Het genees
middel, by de Perfianen in deze om-
ftandigheid gebruikelyk, is de wond
te fmeren met olie, welke men uit die
dieren trektals menze in eene pan
braadt; of zy kneuzen een' fchorpi-
oen, en leggen hem op het beledig
de deelieder van die hulpmiddelen,
tvdig gebruiktzal zelden mislukken.
De Perfianen hebben zoodanigen
fchrik voor die dieren, dat zy, van
Iemand beledigd zyndehem wen-
iw■-« y- vg fchen#