34 o g. de wind over folterd wordhebben caesalpinus j. de aromatariis, ridley, en an dere geneesheerende watervrees als eene ftuiptrekkende aandoening aan gemerkt. van swieten, wiens roemruchtige naam van veel gezag is, belchouwt de meerdere of mindere omftekingen, die men dikwyls, in de werktuigen der doorfiikking en ademhaling, als ook in fommige ingewanden van het doode lichaam ontdektals uitwerkfelen van eene meerdere of mindere ftuip trekkende beweging van het zenuw- geftel, op 't welke het vergift met on- gelyke kracht werkende is (r). Hoe fterk de krachten zyn van fom mige watervreezigen, in hunne vlagen van dolheid, leert ons ridley(s) in zyne XXVfle waarneming. Een ftaiknecht, van een' dollen hond in het aangezicht gebeten, op het einde der maand Octo ber, verviel in den eerften trap der ziek te in de maand December: indien ftaat werd hy droevig en peinfend; klaag de S "Ho- (r) van swieten Comm. in aphor. boerhavii Cs) ridley Obf. de slfihmate et hydrophobia', obf. xxv.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 388