d e vergiften. 343 prophylaxisof voorbehoeding, voor de gebetenen was gevonden; ja dat 'er geen voorbeeld van genezing, op vasten grond van waarheid (leunende, konde aangehaald worcien in betrekking van zulken, die reeds door v/atervrees wa ren aangetast. Dit aanmerkeiyke zeg gen fchynt nog in zyne volle kracht te blyven: dewyl noen het cauterium aciua- lev an galenus; noch de indompeling van gelsus, zoo hoog door tulpius aangeprezen; noch het zoogenoemde onfeilbare poeder van palmarius; het pulvis antiiysfus van dampier; het jula- piutn cephalicum van mayerne het aceium aromaticum van hannemannus; noch andere zweetdryvende hulpmid delen; ais ware fpecifica kunnen aan gemerkt v/orden waarop men zich gerust kan vertrouwen. Myn broeder p. de wind (u) heeft een keurig verhaal gegeven van de toevallen, die op den beet van een' dollen hond gevolgd zynin een' jon gen van 13. jaren: die op den vierden dag, na het begin der watervrees, (tierf. Y 4 Die Cu) UltgelezB Natuurkundige verhandelingen Ilde deels -de fittkpag. 262,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 391