3^4 a thuessink, proeven met zulk eenen verbazend verfchillenden uitflag achtervolgd worden. Onder alle de toevallen van het ze- nuwgeftel, die uit een oneindig getal van verfchillende oorzaken voortfprui- tenkunnen wy echter twee hoofd ziekten onderfcheiden, waartoe wy ze allen brengen kunnen zonder dat wy daarom de natuur dezer ziekten duh delyk kunnen uitleggen. De eerde is een gebrek aan behoorlyke werking van het geitel der zenuwen: het welke zich; of door een gebrek aan gevoel; beweging; of van beiden openbaart; De tweede is eene overmaat van ge voel; beweegbaarheid; of eene tegen- patuurlyke beweging't zy van het geheele zenuwgeltel't zy van een gedeelte van hetzelve. Deze groote beweegbaarheid vertoont zich door kramp of eene tegennatuuriyke fa- mentrekking, of beweging der fpierve^ zelen. Het is thans myne taak niet, om alle de oorzaken naar te lporenwelken deze toevallen kunnen te weeg brem gen. Zeker is het, dat wy deze foort van ziekten het meest in teedere en zwakke geitellen aantreffen. Eene groote teederheid en gevoeligheid der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 412