HET CUPRÜM AMMONIACUM. 375 dit altyd aankomen, en waarfchuw- de hiervan de omltanderen. Deze toevallen duurden den eenen tyd langer, den anderen tyd korter. De tong was nu en dan behagende buik gezwollen en de ontlasting traagde eetlust fterk het water wit en ongekookt; de pols ingetrok ken en fhel. Ik dacht dit geval juist gefchikt, om eene proef met dit middel te nemen. Ik (lelde het daarom, als een twyfel- achtig middelaan den Chïrurgyn voor; die met my begreep: fatius esfe anceps experiri remedium> quam nullum: wy gaven dienvolgende het kind 's mor gens eene pil met een half grein cu prum ammoniacum. De heelmeester nam het kind dagelyks verfcheide uren naauwkeurig waaren bevond, dat het middel walging en diarrhoea veroor zaakte de toevallen verminderden echter van dag tot dag; en nadat wy eenige dagen met het gebruik van dit middel hadden aangehouden en de gift tot op zes greinen daags hadden vermeerderd zonder dat het kind daarvan eenig ongemak, dan verfchei de floelgangen op één' dag, ondcr- Aa, 4 vond,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 423