HET CUPRUM AMMONIACUM. 377 ling, die gedurige aanvallen van ma nia had doch tusfchen beiden wél was. Wy beproefden .in beide geval len die middel, met weinige hoop, en. ook zonder de minfte vrucht. VIERDE GEVAL. Het tweede voorwerpwaarin ik dit middel met een uitftekend goed ge volg bezigde, was eene vrouw van in de zestig jaren een hypochondrisch zwak, en rheumatiek geftel. Zy was meermalen aan rheumatifmi chronici on derhevig geweest: dan in de maand December 1786, ontbood zy my by zich. Ik vond haar diep in eene kap bewonden, over een onlydelyke pyn aan de linkerzyde van het hoofd kla gende zy had ook hevige pynen in den arm, lendenen, en been van die zelfde zyde: haar. pols was klein en gefpannende huid drooggeene ontlasting; het water vuurrood. Zy was adergelaten; men had fpaanfche vliegen gelegdzy had zweetdranken, furmgaiïesen dampbaden gebruikt: gemeier de minfte uitwerking. Ik Aa 5 fchréef

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 425