HET CUPRUM AMMONIACUM. 3SI zware hoofdpyn. Na alle nervinage durende langen tyd, gebruikt te heb ben zonder uitwerkinggaf men haar een aftrekfel van veriterkende kruiden op wynen den koortsbast met itaalvylfel in poeder: deze mid-^ delen verllcrkten wel het geitel, doeh konden geen' nieuwen aanval voorko men. Ik gaf haar pillen met een half grein cuprum ammoniacumwaarna deze toevallen aanllonds verdwenenna de' eerlte reis kreeg zy geene liaauwte meerna een gebruik van veertien dagen, vond zy zich zoo llerk en wél, dat zy het gebruik daarvan naliet. Gedurende drie maanden in den zo mer van 1786. bleef zy volmaakt wél, en veel Iterker, dan zy in verlcheide jaren geweest was. Door een' Herken fchrik kreeg zy op eenmaal deze flaauwtens wederwelken aanllonds door eene mania gevolgd werden: te gen den avond kwam 'er een klein koortsje 't welke een gedeelte van den nacht duurde: de pols was uiter mate klein en zwakwelke zwakheid zoodanig de overhand nam, dat zy in geen twee dagen verbedt konde wor den. Aanllonds nam ik mvne toevlucht tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 429