HET CUPRUM AMMONIACUM. 38 c) hg wederom uit hy werd op 't on verwachtst door een' nieuwen aanvai veel heviger dan de eerlle, aangegre pen. Hy nam eene pitrgatieen ging weder uitdan toen op nieuw Iter- ke iluiptrekkingen krygende, met Ichuim op den mond, welken by na een half uur duurden, werd mvne hulp verzocht. Ik kon geene oorzaak dezer toevallen ontdekken: alleen dacht ik, dat de verfoeilyke gewoonte van zelfbevlekking hiertoe mogelyk aan leiding had gegeven, ik gaf hem daar om aanflonds 's avonds eene pil, uit twee greinen fucc. liquir. en een half grein cuprum ammoniacum beftaande. Hy flbnd 's morgens met duizeligheid en hoofdpyn op; doch dezen duurden niet lang wanneer ik hem eene twee de dergelyke pil toediende: hy had hiervan fterke walging en braking. Des avonds nam hy wederom eene pil; en des anderendaags morgens was de hoofclpyn beter geene dampachtige toevallen vertoonden zichfedert het gebruik der eerfte pil.' Ik liet hem echter, gedurende veertien dagen naarftig voortgaan met twee pillen >vaarna ik hem alleen des avonds eene Bib 3 pil

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 437