39§ S. DE WIND, AFZETTING
rende pyn in de rechterborst of
mam; waaraan zy, 17. jaren oud zyn*
dedoor den elleboog van iemand i
die onvoorzichtig tegen haar aanviel,
zicll hevig geitooten had: welke pyn
echter maar eerst in Maart 1779. na
op nieuws eene kneuzing te hebben
ondergaan, in hevigheid toegenomen
was.
Zy kwam my voor van een phle-
gmatik en eenigszins bloedryk tempe
rament te zyn: had toen ter tyd
den ouderdom van qi. jaren bereikt
en echter de menfes geregeld behou
den.
Wy vonden de rechterborst veel
grooter dan gewoon is ongemeen
hard, en met knoestachtige verheven
heden (naar kanker overhellende) be
zet: voorts was de fchyf los; fchoon
het knoestachtige van den vetrok
als met de Ichyf van de borst veree-
nigd fcheen; en onder den arm of
okfel geene verhardingen plaats had
den.
De linkerborst fcheen uiterlyk gaaf;
doch had van binnen mede eene
merkelyke verharding, voortgefproten
lit den val van eene kom, welke zy
in