4°8 S. DE WIND, AFZETTING genezen wasmede een voorwerp van onze zorg konde worden ook maakte ik geene zwarigheid, om haar de afzetting daarvan in 't vervolg van tyd aan te raden. Het eene en andere bekleedde ik met zoodanige redenen, dat ik/na een weinig toevens, het ge noegen had, haar geheel tot de opera' tie te zien overgaan: met dat gevolg, dat zy naderhand zelve my daartoe aanzettede. Dewyl echter hare conjlitu- tie door hevige pynen te zeer verzwakt was, raadde ik haar, om vooreerst nog eenige verfterkende en koortsbrékende middelen te gebruiken welken dan ook met vrucht door den Heer eeitz aan haar werden toegediend. Het was eerstop den 9, April 1784, wanneer ik in den namiddag gelegen heid had, om de amputatie werkheilig te makenik verkoor daartoe een dubbelfnydend mesbistourigenaamd zoo als by fommigen tot de iithotomie in gebruik is voorts beftond he$ verband uit plukfeleenige ccmpres- Jen, en een' breeden windei van 'acht ellen. Myne medëhelpers waren' de Heeren a. van solingen, Med. Doctor in Operateur 1 en m» van solimgen, v 4 u-ri iii4uit f i-.t vu UvU v'-h»;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 456