EE'NER VR0ÜWEB0R3T. 41$ belang deden zich na de operatie ops zynde de wond ten behoorlyken tyde naamlyk na verloop van zes of zeven weken, geïncarneerd en gecïcatrifeerd, en de vrouw by uitdek welvarende: wanneer ik my zelve reeds geluk*- wenschte rnet de volkomene genezing. Dan hoezeer wy ons hiermede vleiden, wilde echter haar noodlot, dat zy het jaar naderhand nog een maal en wel voor het laatsteene Lchte operatie moest ondergaan. Het was wederom byna een jaar ge leden wanneer ik een knarachtig of kankerachtig gezwel ontdekte op een3 der randen van de laatst afgezette liïl- kerborst, waaraan nog eenig vet was overgebleven, in 't welke dit gezwel zyne zaden verfpreidt had. Dit gezwel, 't gene alle de eigen» fchappen van een' kankefachtigen uit was had, was in grootte als een duivenei, en te voorfchyn gekomen op den bui» tenften rand van de cicatrix naar den okfelechter was deze cicatrix van tyd tot tyd opengebarllenen telkens, zonder uitgroeijingdoor gepaste middelen geheeldtot dat in Mei 1786. de uitgroeijing in dier voege go n

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 463