VAN EEN STEATOMA 447 gefchiedkundig verhaal te geven, van aile de verfchillende Hellingen, welken (aangfhnde dit gedeelte der dierlyke huishouding) in de waereld gekomen zyn: het is genoeg hierby te voegen, hoe het velen aannemelyk is voorge komen, dat de verfchillende gedaan ten der uiteinden van de affcheidende flagaderen, de werktuiglyke oorzaken zyn van het bepaalde verfchil tus- fchen de afgekleinsde doffen. ik geloof, dat men, in zulke en diergelyke vraagdukken op te losfen, voorzichtiger doet, om met de onder vinding, zoo dikwyls zy zich aanbiedt, naar de uitkomst r 3.S. ci te plegendan door vele konstllelfels op eene be- fpiegelende en geleerde wyze van voren te redekavelen. Het bericht van het volgende geval is, myn's be dunkens, gefchikc, om veel kracht by te zetten aan het gevoelen van hen die in het verlchil van de uiteinden der flagaderende daar Hellende oor zaak vinden, van de verfcheidenheid in de afgefcheidene zelfstandigheden het zal ten minden bewyzen dat eene verrekking, of vertiliingzooda nig eene verandering in fommige wei- ejn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 495