EEN WANSCHAPEN KIND. 46J
bevonden wy, by de opening, het
voorfchreven gezwel op het hoofd, van
binnen, gedeeltelik vaatachtig, gedeelte-
lyk papachtig, en geheel rood en blo®»
dig. Hetzelve gezwel had zyn' oor-
fprong van, of immers gemeenfchap
met, het verlengde merg {medulla ob
longatadoor middel van eene ronde
opening in het beengeftel, groot ge
noeg om een' vinger door te laten: zoo
als in de volgende derde Plaat Uit. EL
vertoond word. Het verlengde merg
(medulla oblongatabenevens de zenu
wen, die daaruit voortkomenen het
ruggemerg medulla (p malls) waren
rooder dan naar gewoonte, doch an
derszins natuuriyk gcfteid maar
(het gene zeer aanmerkelyk voor
kwam) van de geheels achterherfenen
(cerebellum) werd niets gevonden. Ver
der was het lichaam, in alle deszelfe
leden, immers zooverre wy uitwendig
belpeuren konden, zeer wél gefield.
Aanvankelyke ontbinding der deden,
en gebrek aan tydbeletteden ons
den oorfprong en byzonderen loop der
zenuwen naauwkeuriger naar te gaan.
In dit voorwerp was dus,be.halven het
ontbreken der herfenpan, zoo als flraks
Gg 2 blyg