EEN WANSCHAPEN KIND. 469 zeefbeengelyk in de derde Plaat ver toond word. In het midden van deze beenplaat was het gat van gemeen- fchap, tusfchen het Jpongieufe gezwel, en het verlengde merg, waarvan hier- voren reeds gewag is gemaakt. Ver der was deze beenplaat alomme ef fen en glad, zonder dat ergens eeni- ge oneffenheden, fcherpe kanten, of overblyffëls van de ontbrekende been deren gevonden werden: waaruit, zoo het my voorkomtkan weder- legd worden, het gevoelen van eeni- ge beroemde mannen, die oordeelen, dat een waterhoofd hydrocephalusvan de vrucht in 's moeders lichaam lang vóór de geboorte opengeborsten de oorzaak van zoodanig eene mis maaktheid zoude zynbehalven dat dit gevoelenin het tegenwoordige geval word wederfproken door de wonderlyk gevormde bajis van het cranium, indien ik de hiervoren-be- fchrevene beenplaat zoo noemen mag; en door de byzondere naden {futti ras), waarmede hetzelve voorzien was; welken in de derde Plaat eenigszins vertoond worden, en waarvan de af beelding naauv/keuriger zoude hebben G g 3 kun?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 517