47° J- DE PUtT, BERICHT VAN
kunnen zyn indien my de tyd ver
gund ware om het prac paraat beter
ichoon te maken: willende de vrienden
volilrekt, dat alles, zonder langer uit-
ftelter aarde zoude bezorgd worden.
Deze nu befchrevene mismaaktheid
fchynt my derhalven toevan de eer-
lte wording der vrucht te moeten wor
den afgeleidt: en dus, zoowel als
het eerile beginfel derzelve, een on-
doorgrondelyk geheim te wezen.
Want, offchoon men deze mismaakt
heid gereedelyk toefchreef aan de in
beelding of aandoening der moeder,
welke zich herinnerde, dat zy, omtrent
de helft harer zwangerheid, het hoofd
eens geweldig geftooten hadgelyk
men altoos gewoon is alle wanflaltighe-
den van eerstgeborene kinderen, aan
her gene de moeder (gedurende hare
zwangerheid) gezien, gemist, of onder
vonden heeft, toe te fchryven, en te re
deneren: post hocergo propter hoc! zoo
denk ik echter, dat niemand der genen,
die tic afbeelding van dit kunflig beenge
stel met aandacht befchouwen, hierin
zuilen toeftemmen, Want, niet alleen,
zouden alsdan door de aandoening der
moeder, alle de ontbrekende beende
ren