482 J. WAS, ONTLASTING VAN EEN*
byna zonder eenige moeite: doch
geheel anders droeg het zich toe, met
de opening van het eerfte of bovenlle
gezwel. Hieruit vloeide daaglyks,
(zelfs na dat ik de opening ter weder-
zyden van den navel verwyderd had
eene meenigte van etter- en c/y/ffoffen:
die traaglyk in hoeveelheid vermin
derde; en daardoor te weeg bracht,
dat deze openingniet dan na ver
loop van tyd, en met moeite, zich
floot. Voorts heb ik, uit de ope
ning van het tweede of onderfte ge
zwel, geen' worm zien te voorfchyn
komen waarom ik met reden
vermoededat dit geheele gezwel
eeniglyk veroorzaakt zy, door eene
verzakking der etterftoffen van het
eerffe of bovenfle gezwelaange
zien de ilof in hetzelve zeer lang be-
floten bleef, en intusfchen wei dertien
of veertien dagen verliepen eer des-
zelfs doorbreking gefchiedde. Na
de genezing van deze gezwellen
bevond zich de lyderes zeer wél
klaagde over geen ongemak ter wae-
reld; en genoot by aanhoudendheid
eenen goeden welftand.
Dat