4'pa J. WATERVLIET OVER HET merkt het jaarfaifoen, naar huis ging. Ik befloot dus, ter voorkoming hier van en tevens ten einde gelegenheid te hebbenom haar, vooral wanneer zy de toevallen kreeg, naauwkeuriger te kunnen waarnemenhaar aan te bieden, om eenigen tyd haar verblyf ten mynen huize te houden. Van dit myn aanbod, uit enkele menschlief- de gedaan, maakte zy den volgenden dag aanltonds gebruik. Dan, in den eerstkomenden nacht, kort na dat zy naar bed was gegaan werd zy van haar gewoon toeval op eene verba zende wyze overvallen; zoo dat zy, voor my en myne huisgenooteneen allerverfchrikkelykst fchouwfpel ople verde fchynende het niet anders, dan of zy in de jongfce oogenblikken met den dood worftelde. Nu was het de juiste tyd, om eene proef van de uit- werkfelen der electriciteït te nemen; waartoe ik ook aanftonds aanftalte maakteik bracht haardoor de bei de armen, verfcheidene fchokken toe: (van dezen heb ik my vervolgens meest altyd bediend, daar de ondervinding my ras leerde, dat dezen de beste uit werkingen hadden:) en had binnen wei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 540