494 J- watervliet over het
linkerzyde, Met overleg van den Do
ctor vonden wy raadfaam, om haar
eene aderlating te laten doendan in
het bloed zag men niet alleen geene
blyken van eenige ontfteking maar
?t zelve was (volgens verklaring van
den Heer mus, die het in vorige ge
vallen altyd van eenen Hechten aard
meer of min tot bederf overhellende,
had bevonden) nu zoo verbeterd, dat
het van eene vry natuurlyke en ge»
Zonde geftddheid was. De pyn ech
ter aanhoudende, waren wy genood
zaakt, haar den 19. des morgens we
der te doen aderlatenen dat des
avonds nogmaals te herhalentoen
wy eenige minuten te voren de
lyderes in een electrlk bad plaat-
flen, en in dien ftaat de ader deden
openen. Nu waren wy ooggetuigen,
hoe de omloop des bloeds door de
electrike ftof verfneld worden om
hiervan onwraakbaar verzekerd te
zyn, hield ik, gedurende de aderla*
tingmet het draaijen der fchyven
omtrent 90.feconden op: aanftonds
werd ook de loop des bloeds uit de
geopende ader gefteuit, zoo dat zelfs
geen druppel daaruit vloeide: dan hei
werk»