49§ j* watervliet, over het naar wensch fchikteheb ik de eleciri- Jering allengskens verminderd: zoo dat ik die, eerst om de twee of dne dagen, en vervolgens om de vier of vyf dagen, hechts in het werkltelde: in middels raadde ik haar aan, om zich, door wandelen en naar de kerk te gaan, agn de lucht; en, door huifelyke bezig heden, aan eene matige beweging, te gewennen: dat alles naar v/ensch geluk te zonder dat zy eenige de minde ovcrhjyffelcii ontdekte van die aller- fchrikkelykfte toevallen, met welken zy, iedert haar negende jaar, zoo el lendig had gewoffteld; en die haar, in de Iiaxife jaren, tot de famenleving, en alle werk, ten eenenmale onbekwaam maakten. Na dat deze lyderes drie maanden en veertien dagen op de voorgeftelde wyzeten mynen huize, aan myn opzicht en behandeling, zich had Overgegeven en toevertrouwdis zyop den 20. Maart 1786. frisch en gezond, verheugd en dankbaar over hare gelukkige herftelling, naar hare eigene woning wedergekeerd: en fe- dert dien tyd tot op dezen oogenblik dat ik de eer heb dit bericht aan de Heeren Befikrderen van het zeeuw- sche

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 548