reuzen der cude waereld. £11 vruchtbare en P/wWyrgelykende Sici' lië. Maar dit bewysdat ik voor rayne zaak te zwak rekenzal ik niet aandringen. Liever beroep ik my op eene plaats uit ezechiel: waarin hy, den Koning van Tyrus in zyne grootile pracht belchryvende, hem vergelykt by een' Cherubdie den hof Gods dek te, en daartoe geplaatst was op Gods heerlyken berg, en wandelende tus- fchen gloeijende fteenen ezechiêl XXV1Ü: 13. en vervolg. Ik wil hier niets by voegen, dan eene, niet genoeg opgemerkteplaats uit den zegen- wensch van jacob: (/3en. XLIX: 26.) daar hyfprekende van de hoogde bergen die hy kende, van den Libamts met zyne eeuwig befneeuwde toppen: die noemt hoogt ens, of liever heuvelen der oude vcaereldin onze vertaling eeuwige heuvelen het gene geen' zin heeft. Hoe kwam jacob aan het denkbeeld, om de hoogde bergen, die hy ooit gezien had, boogtensen nog maar heuvelen der oude ivnereld tg noemen zoo hy niet gehoord had van oneindig hooge onbeflygbare bergendie de vaders vóór den zondvloed hadden gekend? en ze ker

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 561