reuzen der oude waereld. 517 ven, 'er moesten geene dergelyke roe keloosheden meer gepleegd worden: -het gezicht der volgende gedach ten moest worden afgetrokken van woningen waarbinnen zy toch niet mochten treden; en van welker ver- fchiet de befchouwing hun niet dan nadeelig wezen konDoor den zond vloed nu werd de gedaante der aar de veranderden het gev/est der on- fchuld (volgens fommigen) verwoest maar altans zeker voor het mensch- dom geheel verborgen. GOD wilde de gantfche aarde bevolken: en daar moest geene zoo machtige hinderpaal voor de verfpreiding der menfchen wezen als het gezicht der Paradyi- ftreken was. GOD hadin de oude waereld, dezen hinderpaal willen weg nemen door den vloek over kaïn maar dit oogmerk v/as verydelden moest nu op eene andere wys worden uitgevoerd. Ten laatjlen verdient het onze opmerking: dat GOD, na den zondvloed aan noach beloofde en verzegelde: dat.Hy, voortaan, den aardbodem niet meer vervloekenen al het levende niet meer flaan zoude om der menfchen wilen dat wel Kk 3 of.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 567