reuzen der oude waereld. 521
lonifche Koning was zeker geen hemel-
beflormer. Maar, hykon echter een
opzet gekoesterd, eene onderneming
gewaagd hebben die met de baldda-
digheid der reuzen mocht vergeleken
wordenen (in dien zin) is jesaia's
dichterlyk fchildery edel en verheven.
Doch heeft 'er nooit een dergelyke
godenftryd plaats gehad: is dit enkel
eene vergrootende befchryving van
de krygstoerusting eenes Babylonifchen
Konings tegen Jerufalemzonder ee-
nigen anderen grond in de oude ge-
fchiedenis: dan ontmoeten wy hier,
in plaats van verhevenheid, een' by-
kans ydelen ophef; een voorbeeld van
gezwollenheid van ftylwaarvan ik
geen tweede kén in den gantfchen om
trek der Hebreeufche Po'èfie.
Wil men dan het ware oogpunt
treffen waaruit deze woorden van
den verhevenflen der Profeten moeten
befchouwd wordendan moet men
misfchien het gevoelen aannemen, dat
ik opgegeven heb. Men verbeelde
zich, dat 'er eens eene onderneming
van menjchen tegen de oppermacht
van GODeene foort van bemelftorm,
hebbe plaats gehad: jesaias, eenIsrad-
&k 5 lila