reuzen der oude waereld. 523 zoo men wilde, uit den Babylonifchen torenbouw nog kunnen verklaren - maar in't byzonder dezen: myn troon zal zyn op den berg der Jamenkomst Om hier alleenen in den eerflen zin te denken aan het niet zeer verheve ne Sion en dittusfchen de Harren gods en de hoogtens der wolken in te plaatlenis niet zeer oordeel kundig. Met andere geleerden den noorderpoolas hier in te brengenis willekeurig; en ilrydig met den aard van de uitdrukkingen. De berg der jamenkomst is geen vreemd wezen in de Oosterfche dichtkunde. Men kent in dezelve zulk eenen bergwaar al lerlei geniën en godengeltaltens ver zamelen: - waar (volgens ezechiel XXVIII.) de Elohim wonen en de Cherubs wandelen in het midden van vurige fteenen te weten die Che rubim die tot dekking van Eden GODS hof, aldaar geplaatst zyn: zie het 1 en 1 vers dier boven alle verbeelding ftoute Godsfpraak. Men ziet duswat de berg der famen- komst by jesaias zyniets anders dan het ParadysgQbergtemen Ziet 9 hoe hy tot het beeld van den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 573