53° J. K. van eer palm, over de reuzen; die (in de Hebreeufcbe poe fie zelfs nog onder de aarde hun ryk hunne onderdanen, hunne gemeente hebben, die zy als tyrannen beheer- fchen: dan is de zin krachtig, en heeft die fraaije eigenfchap eener punt- fpreuk-, de fyne en bedekte allujie op de oude gefchiedenis. "Die van den weg der deugd af- dwaaltzal niet Hechts op aards M geen rust hebben; maar ook niet in bet toekomendewanneer hy rusten zal in het grafzal hy zich vinden by die oude rustelooze gewelde- naren en behooren tot hun on- deraardsch koningryk hy zal rampzalig zyn met en onder hen"! Nog fterker (preekt de tweede plaats, die wy vinden job XXVI: 5 waar onze Nederduitfche vertaling by- na onverftaanbaar is"''de dooden zul- 5, len geboren worden van onder de wa- terenen hare bewonersWy moe ten ten minden lezen, de dooden krim pen voor hem wegwant hetzelfde He breeufcbe woord (dat barengeboren wordenbeduidt) beteekent ook ba rensweeën gevoelenwegkrimpen met den angst

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 580