53# k. k. reitzj aanhangsel tot den gemaakt, ter naaukeuriger bere kening van de hoekmaten of finus mitsgaders tot vnding van de natuur- lyke getallen voor gegevene logari thmic tot veertien talletteren. Thans voldoe ik aan beide die beloften door gemeenmaking van dit aan hangsel. 30. Hieromtrent zal ik die orde houden: dat by eene eerfte afdeeling (van <5 31. tot 42.) aangetoond wor den de redenen, waarom de gewone manier der berekening van gevraagde kunsttallen niet in allen opzichte vol doende kunne zynen dus gebrekkig moete wezen: by welke gelegenheid de middelen ter verbetering, als van zelve, onder 't oog zullen komen: - terwvl ik, in de tweede afdeeling 43—$ 60.) een weinig nader denke voor te dragen den aard en oor- fprong der verbeterde manier, te vo ren by my opgegeven. De derde afdeeling (in ói—70.) zal het ge bruik doen zien van die handelwys om de hoekmaten, zoo in natuurlyke getallen, als in logarithminaaukeuri ger dan anders te berekenen. Ein-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 586