reeks opleverenwelker termen t'el- kens een verichil geven van 33. Dat evenwel die vooronder- Helling handtastelyk mis zymoet aanftonds blyken: zoo men Hechts op 't oog houdt, dat het verfchil tusfchen twee kunsttallen in de daad zelf een kunsttal zy; en wel van eene oneigen- iyke breuk(dat is, die grooter is dan de éénheid:) ontftaande uit de deeling van het grootfte der gegevene getallen door het kleinere, 34. Stel eens (om door een voor beeld meerdere duidelykheid te ge ven) dat 5 zyen dus 1=6. tusfchen welken men negen gelyk- ilaande deeltjes wil voegen: namelyk Siï'i 5<h 5sl> enz, tot 5^. Nu zal het verfchil tusfchen de logarithmi voor 5 (of 5:0) en 5:1 juist het kunsttal we zen van |i pi. Dat tusfchen 5:1 en 5:2 log. ff of iy. Tusfchen 5:2 en 5:3 is 't verfchil gelyk aan den logar. voor f| i,f enz. Maar, gelyk het zeker is, dat I55 grooter zy dan izu dit wederom meer der DE BEREKENING DER LOGARITHMI, 539

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 589