de BEREKENING DER LOGARITHM!. 541 dus t'elkens in 't vervolg altyd minder: zoodat na n T| de eerfte verfchillen reeds beneden A worden 36. Met andere woorden: de eer' Jle verfchillen hebben gedurig weder om (zoogenoemde) tweede verfchillen: die insgelyks aan eikanderen niet ge- lyk z,yn; maar gelegenheid geven tot derde verfchillenjahoe meer men de logarithmifche Xl breuk (of de getallen achter den merkletter ftaan- de) begeert uit te ftrekkenzoo veel meer gelegenheid bekomt men voor vierdevyfdeen volgende differ ent ien, Nu ziet men duidelyk, dat het ver zuim dier tweedealsmede (daar 't noodig zy) van de derde of volgende verfchillen: en bygevolg het niet me~ derekenen van 't gene elk eerde ver- fchil metterdaad grooter is dan A: juist veroorzaken moetedat de kunsttallenvolgens den gewonen weg gevonden wordende,JIechts voor een zeker getal letteren naaukeurig zyn i Om ditmet een' opilag van liet oogte vat ten zie men flechts in bet tafeltjehierachter 45. voorgelteldof dat in 50. kolom T,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 591