kan wezen, dan tot op die letter, (ja
zelfs, naaukeurig gefproken, nog ééne
minder,) waarop het honderdfte ge
deelte van het tweede verfchil B be
gint te werken.
39. Men befpeurt dus ook: ten
tweededat het getal der ietteren
welken voldoende zullen zyn, afhange
van de plaats, alwaar de tweede diffe
rentie haren aanvang neemt. Deze
nu kan gemakkelyk bepaald worden:
zoodra men opmerktdat het eerjïe
verfchil doorgaans jbeginne op de
zooveelfte cyfer der logaritbmifcbe Xe„
breuk en dat 'er bygevolg zoovele
nullen, min één, moeten vooronder-
ileld
DE BEREKENING DER L.0GAR1THMI. 543
[c] Ik zeg doorgaanswantingevalle de voorde
letteren van het natuuriyke getal boven de 434 zyn
krygt de eerde differentie der logarithmi reeds zoo-
véle nullen vóór' zichals het gegevene getal zplf
letters heeft.
Ik houde het gezegde in deze kortheidshalve,
zonder voorafgaand wiskundig betoog, voor cene be-
wezene waarheid. Twyfelt iemand echter daaraan
hy da Jlechts de eene of andere logarithmustsfel
opdie van eerde verfchillen voorzien ishet oog
zal hem overtuigenhy trekkewaar hy wil
twee achtereenvolgende verfchillen van elkander: hy
zal by ondervinding ontwaar wordendat het twee
de verfchil, volgens de hier gedane opgaaf, begint;
en zoo wyders.