55® K. K. REITZj AANHANGSEL TOT
48. Wanneer men nu beide de
ze tafeltjes met eikander vergelykt,
ziet men dadelyk: niet alleen, dat
de tweede verfchillen b nagenoeg gelyk
zyn, namelyk tusfchen 4451en 4452:
(want de laatde of 14". ietter is, in
BRIGGS tafelenmeestal zwevende:)
maar ook dat b veilig gerekend moge
■worden op ï5's van het middelbare ver-
fchil My zynde 445ij.
Dierhalve, het eerde verfchil tus-
fchen 98770 en 98771 noemende a
zal de volgende eerde differentie tus-
fchen 98771 en 987*72 wezen a
Mi die voor 98772 en 98773 a
x§p Mi enz.
<5 49. Voorts is het zeker, dat de
fom van alle de eerde verfchillendie
ser vallen tusfchen de logaritbmi van
10 n tot 10 n -f i° (hier 98770 en
98780) juist de differentie moete ople
veren der kunsttallen voor 98770 en
98780. Maar dit verfchil (gelyk elk
weet) is volmaakt hetzelfde met dat
tusfchen de logarithmen voor n en n 1
(of 9877 en 9878) 't gene \vy in 47.
noemden J,
50.