de. berekening der logarithmii 501'
is tot twee of drie plaatfen verderdan
het begin des derden verfchils. Hier
uit bloeit dan van zelve voort: dat de
hoekmaten, het zy natuurlykehet zy
in kunsttallen voorgefteld, wanneer zy
volgens de oude handelwys gezocht
worden, naaulyks" tot 8 of ten hoogfte,
tot 9 cyfers naaukeurig zuilen wezen;
daar dieop de nieuwe manier
verkregen, doorgaans tot 12 of 13. ja.
fomtyds tot 14. letteren [g] juist zyna
64. Eenige weinige voorbeelden
zullen dierhalve ter opheldering ge
noeg zyn: in welker voordracht ik»
kortheidshalve, (zonder thans de vol
ledige bewerking op te geven) alleen
de uitkomften zal daarllellen.
xir. deel. Nn Eer*
'i A 1
[g] Hieromtrent dient men echter, Voorzooveel be
treft de hoekmaten in kunsttallen(of log. finuum
op 't oog te houden: datvermits in de eerfte
gradentot de vierde of vyfde toede differentiae
fecundae reeds op, ja vóór, de óf letter; en de der
de verfchilien op de 8f of 9e (ook vroeger) begin
nen: dierhalve de logarithmusop de gewone manier
gevonden, niet verder voldoende zal zyn, dan tot
6 of minder cyfersen dienaar de verbeterde wys
zelfs ten hoogfte tot 10.
Wanneer dus de log. fin. voor. zoodanige kleinere
boogjes tot eene meerdere juistheid gevorderd word
zoeke men liefst de Natuurlyke hoekmaat naau
keurig; en berekcne daaruitvolgens het te voren
opgegevenederzclver kunsttal. Zie hierna 70.