66. Om nu de logaritbmifche hoek- maat voor dienzelfden boog te vin den, neme ik uit de tafelen Tweede voorbeeld 67. "Welke is de hoekmaat, in 5, natuurlyke getallen" (want voor den logar. zal, naar ik denk, nu geen na der voorbeeld noodig zyn) voor v den boog van^ 77°-'99896. of 77 gra- N n 2 v den s DE BEREKENING DER LOGARITHMI. 56$ log. fin. 4l0;99 4a0:00 42°:ox 42^:02 dififi. 8,4i977-45i7 8,41681.9791 A 8,4x386.6210 2- 2* dtjj 295.4726 295-358t P en C zyn alsboven 590.8307 295-4I53 ilf en M met C geeft - 132.3461 gevoegd by A =2 8,4i68i.979x 8,41814.3252 D vermengd met P komt - - 87548.6898 hierby - 9:82551,08951.7436 log. fin. 42" zoo heeft men 9:82551,96500.4334 voor de gevraag de logarithm!fiche hoekmaat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 615