den logar. van het heeltal (of Len
den gevraagaen: zoo fpreekt het
van zelve, dat wanneer F wederom
door D word gedïvïdeerdde uitkomst
geene andere kan zyn, dan het even
redige deel P: dat juist in het tegen
woordige voorftel onbekend is.
Of: om dit in eene (leikundige form
voor te dragen: gelyk volgens 5.
in 't XI Deel bi. 428.) de vier even
redigen waren
1D:\P:V
zoo is ook, by omzetting,
D 1 V P
73. Hieruit vloeit van zelve voort
deze eenvoudige regel:
"Men fubtrahére van den opgege-
venen logaritbmus (zonder ook hier,
vooralsnog, deszelfs index of merk-
letter in acht te nemen) den naast-
kleinften, welken men in de tafe-
len van briggs vindt".
Laat deze L; en het overfchot (of
het verfchiltusfchen 't gegeveneen
het in de tafel opgeflagene, kunsttal)
F genoemd worden.
''JMen fchryve vervolgens (even als
Nn 5 H
DE BEREKENING DER LOGARITHMI. $6g