OVÉR Ete KR ANKBEZOEKERS. 19 Het is myn oogmerk in 't geheel nietom over de opgegevene rede nen breedvoerig uit te weiden. Laat my alleen zooveel zeggenais ik noodig en genoegfaam keure, om elk, die dit leest, het gewicht van de op gegevene redenen te doen gevoelen. Dat de maandgelden, de geringe maandgelden, eene reden zyn, waar om bekwame jongelingen niet kun nen aangemoedigd worden, om zich by de Compagnie in dienst te bege ven 'voor den post van Krankbczoe- ker, fpr-eekt genoegfaam van zelve: want wat zal gefchikte en bekwame jongelingen die op velerlei wyzen hier in 't Vaderland aan een eerlyk beilaan kunnen geraken, aanmoedi gen om zich in dienst der Maatfchap- py te begeven; daar zy hun beftaan moeten vindenuit de geringe fol- dy van 24, guldens ter maand. Dit bedraagt, zoo men elke maand Hechts op 30. dagen berekent, niet meer dan 16. Huivers 's daags. En dit word nog rnerkelyk verminderd, als de Krank- bezoekers door gebrek, in de Indien genoodzaakt worden hunne maandgel den op te nemendan word het hun 3 2 be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1790 | | pagina 71