462 j. de puytbericht van
verfcheidenen van kinderen met
zeer mismaakte hoofden geboren,
Zoo vindt men, onder anderen, me
de in het IX" Deel der Verhandelin.
gendoor dit genootschap uitgege
ven twee waarnemingen van wanfcha-
pene kinderen die zeer vele over
eenkomst met het door my ftraks te
meiden kind lchynen gehad te heb
ben. Doch het heeft den waaYneme
ren meest altyd, door eene verkeer
de teerhartigheid der ouderen en
vrienden, aan gelegenheid ontbroken,
om de lichamen van zulke kinderen
na den dood te openen of zeifs al-
leenlyk te laten afteekenen een
geluk dat ook my naauwiyksen
niet dan met veel moeite, is te beurt
gevallen: waarom dan ook de af
beeldingen van deze wanfchapenheden
zeldfaam en die van het beenachtige
geftel aerzelven nog zeldfamer zyn.
ïk neme dus de vryheid, om. de afbeel
ding van eene my voorgekomene wan-
fcbapen vrucht-, alsmede van derzelvcr
beengeflel-, zoo getrouw en naauwkeu-
rig als my mogelyk was en de kor
te tyd (welke my daartoe vergund
werd)