LOFREDEN. 45
gedeelte van den roem hares Inftellers openlyk op té
te halen.
Doch ik zie, dat gy my noodigt, M. H. om tot
dat gene over te gaen datoffchoon het Hechts ont-
werp en poging, Hechts eene onvoltooyde poging
geweest zy, nochtans de allerbeflisfendfte proeve is
van zyne edelmoedige zucht voor de ware verlichting
der maetfchappy, en hem als den Schutsheer aller be-
fchaefde kennis een onverwelkbaren krans bereidt.
Reeds voor vele jaren kwelde het hemdat zyne
pogingen tot bevordering der kennis zich enkel tot
de Natuur- of Werktuigkundige wetenfchappen zou
den bepalenhy vormde zich uitgeftrekter uitzich
ten en voelde den moed in zichom derzelver uit
voering ten minften te ondernemen.
Hy zag met fmarthoe de meeste kundigheden
die de waerdy der famenleving uitmakenen waerïn
niemand, die ecnige aemnerking verdient, behoorde
ongeoeffend te zynby den hoogeren en minderen
burgerftand beidedeerlyk verwaerloosd vvierden.
Hy bejammerde het bekrompen onderwys der lage
re fcholenen begreepdat alle verbetering niet zoo
zeer in de inrichting van het fchoolwezenals in de
vorming van bekwame fchoolleeraars moest gezocht
worden. Hy zag het verval onzer Nederduitfche
fpraek, die naeuwlyks by fommige in liaretaelkundige
re-