VOORBERICHT, ix ugh voorbehoedende middelen ten dien opzichte ie bedenken Gaarne had ook her Genootfchap zich in (laat ge- Geld gezien, om eene gouden medaille te kunnen toewyzen aan een uitgewerkt en voldoend ant woord op de vraag: Hoe is de aardrykskündige gejleldheid van zee-» land voornamelyk ook met betrekking tot de rivie ren en firoomengeweestvan de ondjle tyden dat hetzelve bekend is geraakttot aan het begin der Graafiyke regering? Welke veranderingen zyn in de ze'tv en voorgevallenfedert dat laatjle tydperktot aan het einde der veertiende een? Is naderhand die gejleldheid dezelfdegeblevenof heeft zy ook merkelyke veranderingen ondergaan? Zoo ja! welken waren dezen? en van welken invloed zyn alle die veranderingen geweestzoo op het huishondclyke befiaanals op het Staatswezen van dat Landfchap Dan op dezelve zyn geene verhandelingen ingeko men. Men heeftom redenenbellotendeze vraag, met aflating van het laatde gedeelte, "en van welken invloed zyn alle die veranderingen enz." 5— onder belofte van den gouden' eerprys, by vernieuwing voor te (lellen tegen den eerden van jfoumaand des iaars 1792» Het antwoordonder de zinfpreukMor bi von eloquentiafed. remediis 3 curantnrcelsu s, pp de vraag 5 Wek

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 11