OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 9
pad der wiskunde voor de nuttigheid
en fchoonheid van de beoefening der
Jlerrekunde is vatbaar gewordenzal
weinig gefchikt zynom in het wand
te klimmen, of anderen arbeidfamen
fcheepsdienst te verrichtenin één
woordhet zoude mangelen aan zul-
ken, die in een' ondergefchikten rang
hand moeten aan 't werk flaanin
plaats van te denkenwie zal zich in
zulken ftaat niet liever door de befpie-
gelende wetenfchappen, dan door de
handwerkeneene broodwinning zoe
ken te bezorgen? wie niet den taak
van onderwyzer ver boven dien van
werkman verkiezen? en welk werk
baas zal niet liever een' onderhoo-
rigen werkman aannemendie wél
doorwerkt, dan die zyn' geest afflooft
met zelf te ordineren en te denken,
en hierdoor het werk zoo wel te ver
warren als te vertragen.
Voegen wy nog twee aanmerkin
gen hierbyvooreerst: elk flaagt niet
even gelukkig van hierdat velen
halfgeleerden blyvente meer, daar
het grootfte gedeelte tog met werken
den kost zal moeten winnen: - zoo
nu dezen, gelyk veelmalen het geval
A 5 is,