OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 15
einden. Het eerfte doeleinde is, te be
vorderen dat de wiskundige weten-
fchappen algemeener in trein waren,
dan zy werkelyk zyn: en zekerlyk
wanneer men in overweging neemt,
hoe vele jonge lieden van rang zich
eenmaal in de gewichtige omftandig-
faeid zullen bevinden, om te moeten
oordeelen over leven en dood van
hunne natuurgenoten; tot het wél uit
voeren van welken hachelyken post,
meer dan ooit, eene wiskundige, re
gelmatige en ftrenge wys van denken
vereischt word: hoe vele anderen
de wis- en natuurkunde nog meer on-
middelyk zullen van nooden hebben,
wanneer zytot het maken van ont
werpen in de burger- of militairs
bouwkunde, inden fchèepsbouw, in
den waterbouw, of rivierkunde, ter af
wering van den geduchten vyand de
zer gewesten, geroepen zyn: —hoe de
kennis der kustengrondenen ftroo-
men; hoe de gantfche zeevaartkunde
niet in foliditeit winnen zoude, wanneer
'er meer wis- en natuurkundige waar-
nemeren warenonder hendie op
zicht hebben over zulke lichamen, met
welker welvaart en goede befturing,
niets