IS A. VAN SOLINGEN ANTWOORD regelmatig denkenredenerenen ftren- ge gevolgtrekkingen: eene heblyk- heid, die tot het beoefenen der wiskun dige wetenfc'happen volftrekt nood- zaaklyk is. Over deze ongefchiktheid van den mensch, om regelmatig të den ken, klagen niet alleen de beroerndfte wysgeeren maar mallebranche Nicole, pascal, en locke, fporen zelfs de oorzaak daarvan op; en ge ven middelen aan de hand, om dit ge brek te verbeteren. In. de doorgaande ongefchiktheid van het vermogen der meeste men- fchenom zuivere en regelmatige denkbeelden te vormen, meen ik, dat de voorname en algemeene oorzaak ge legen zy, waarom de wiskundige be- ginfelen zoozeer verzuimd worden; by velen onaangeroerd blyvenen dat zulken, die den weg der wiskunde be ginnen te betredendikmalen zeer fchielyk in hunne vorderingen blyven fteken. Is deze ongefchiktheid van het menschlyke verftand tot het vormen van regelmatige denkbeeldenen daarom tot het beoefenen der wiskun dige wetenfehappenaan de gering-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 144