OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 23 waarmede de Opperde wysheid den rr.ensch begunftigd heeft; op dat hy van dezelvenonder het geleide der re den ten behoeve eener gemaklyke uitoefening zyner verftandelyke ver mogens, gebruik zoude maken. Eene tweede oorzaak van het gebrek der heblykheid, om regelmatige denk beelden te vormen, het welke by zeer vele menfehen heerscht, is gelegen in eene te weelderige werkfaamheid der verftandelyke vermogens waardoor zeer vele beoefenaars en voorftanders der wetenfehappen zich veeleer tot geniën van fmaakdan tot Jlrenge denkers vormen: dezen nemen vele dingen te gelyk by de hand en fporen ver- fcheide takken van wetenfehappen op; maar blyven meest aan de fchors der zaken hangen: zy kennen de gefchie- denisfende uitvindingen der natuur kunde en de verfchillende gevoelens der wysgeeren zyn aan hunne kennis gekomende famenleving met zulke geniën, die in de voortbrengfels van hun geheugen en deszelfs uitgebreide kundigheden uitmuntenis alleraan genaamst, en draagt niet zelden den toegezwaaiden lof weg van hunne be- B 4 won-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 149