OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 43 te zyn; om dat wy een land bewonen, wiens geheele ondergang, door de af=' fteuiting der woede van het water moet worden voorkomen. De zeevaart, (welke wy, terftond, met den fcheepsbouw zouden veree- nigd hebben, zoo wy niet liever verko ren hadden, om, volgens eene leerftel- lige orde, tot het aanvoeren van voor beelden ons eerst van de. grondbe- ginfelen der werktuigkunde, en daarna van die der waterweeg- en waterloop» kunde te bedienen:) de zeevaart, waarvan de gloriegrootheid, en wel vaart van het vaderland afhangter kent de fterrekunde voor hare moe der: welke wy hier, ten rechte, onder de hoofadeelen der practicale natuur kunde me ene 11 te moeten plaatfen j om dat de kunften en handwerken die tot de zeevaart dienen, voor ons hoogstbelangryk en gewichtig zyn. Hare voornaamfte hulp ontleent de fterrekunde van de gezichtkunde: geen doorluchtiger voorbeeld van de noodzaaklykheid, tot vereeniging der berekeningen met de ondervinding kan 'er worden aangeroerd dan de befchouwing van het vernieuw-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 169