OVER DE WIS- NAT. EN TEEKENK. 59
fteld en derzelver bereidingen
alie de foorten van onderfchragingen
en daaruit voortfpruitende vyf bouw
orden, met alie de kunstbenamingen,
die tot deze orden behooren: waarna
eindelyk de eerlle trap voleindt word,
door de gelchiedkundige kennis der
byzondere grondbeginfelenals die der
grondvestingen, muren, daken enz.
benevens de belchouwingen, zoo van
de uit- en inwendige gedaanten van
het gebouw, als van deszelfs door-,
fnede.
Met welk een oogmerk men de
gezichtkunde beoefene het zy als
wysgeerig befchouwer van het prach
tige gelaat der natuur; het zy om zich
te bekwamen in die kunstbewerkin
gen waardoor verfchillende glazen
worden toebereidt, om de lichtftralen
te rug te kaatfen of door te laten:
(een handwerk waaraan de beroemd-
fte wysgeeren zeiven hunnen arbeid
niet geweigerd hebben;) het zy om
zich dezelven in de fterrekundige beoe-
feningen ten nutte te maken: of ein
delyk om ter beoefening van bouw
en teekenkunde, een byzonder werk
van de doorzichtkunde te maken:
al-