02 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD
beoefend word. Zulken, dien het te
doen is om de hemelbewegingen, die
zy daaglyks zien, te verftaan, behoo-
ren (op den eerften trap van kundighe
den) onderwezen te worden in de al-
gemeene waarheden van de fphacrijche
aftronomie de kringen van de ring-
fpheer en hemelfpheer: de opgaaf
der voornaamfte gefterntens; eene ge-
fchiedkundige kennis van de refractie
en de parallaxis: de theorïên der
waereldftelfels planeten cometenen
eclipfenmet de opgaaf van alle de
termen die men in den almanak ge
bruikt waarmede de beginfelen der
tydrekenkunde onmidlyk verknocht
zyn.
Al wie, als natuurkenner, de fterre-
kundige waarnemingen wat meer van
naby wenscht in te zien moet het
leerftelfel van eiken planeet en des-
zelfs fatelüten onderzoeken; en eene
gefchiedkundige kennis bezitten van
derzelver excentriciteitennodiinclina-
tienen conjunctien.
By alle welke kundigheden zulken,
die de Iterrekunde beoefenen met
oogmerk om dezelve op de fcheep-
vaart toe te pasfen, nog zullen moe
ten