74 A. VAN SOLINGEN, ANTWOORD
ling zich door eigen beweging ge
noopt voort te gaan, hy zal met reu-
zenftappen vorderenzoo nietza!
nochtans het gene hy reeds weet
voor het overige van zyn' leeftydin
wat beroep hy ook geheld worde
hem volkomen nuttig zyn. Wy wilden
maar waarfchuwen, om niet terftond
de ongefchiktheid tot vorderingen
uit gebrek aan lust af te leiden
een onderwyzer heeft een taai geduld
noodig, en behoort altyd te be (effen,
dat het verhand der onderwezene
jeugd niet zelden maar één' oogenblik
noodig heeft, om de fchoonheid der
voorwerpen van de natuur te gevoe
len: dat, zoodra dit tydftip mocht
geboren wordende lust en ge-
fchiktheid volgen zullen en dat het
zeer mogelyk is dat dit gevoel zich
ontwikkele en opgewekt wordeter-
wyl men, aan het begin der loopbaan,
met moeite en blokken trage vorde
ringen maakt: de onderwyzer be
hoort dan uit te zien naar de gefchikt-
fle gelegenheid, om dit gevoel te doen
geboren worden; in het troostryke
vooruitzichtdat zoodra het zich
mocht ontwikkelen, zulkeen dezelfde
aan-