een-
1% A. VAN SOLINGENANTWOORD
fchoone kunften in't gemeen: hoe de
zelven het zinlyke fchoon en volmaak
te niet alleen kundig voordellenen
hierin de natuur zoodanig volgen, dat
door dezelven het hart geroerd, en het
zedelyke gevoel geftreeld word zoo
dat de geest in dezelven belang neemt:
maar dat zy daar en boven die zelfde
natuur in hare volmaaktheid, dat is, de
fchoone en verhevene natuur, naar-
bootfen: en daar, onder dezelven,de
fcbilderkunst gefchikt is om den lm aak
tot de bronnen van het fchoone op te
leidenzoo is zy gegrondt op de ken
nis van het fchoone en van den [maak.
Eenheid en verfcheidenheid bepa
len het fchooneen daarom zyn
dezen het waardige voorwerp van
naarvolging in de teekenkunde.
Zoodra deze denkbeelden het jeug
dige verftand zyn ingefcherpt zal
men de vereischtens ontwikkelen
door welken men voor het fchoone vat
baar word; en die uitbreiden in de denk
beelden, welken een verheven geest,
een gevoelig hart, eene uitvoerige we-
tenfchap, en een fcheppend genie ople
veren waardoor de ichiider een' rang
verdient, ver verheven boven den